Met moordlustige ogen keek het monster mij aan. Haar tanden donkerrood van het bloed, tussen haar tanden nog overblijfselen van wat ooit een krokodil was. Haar oren stonden scherp, iedere beweging die ik maakte werd opgemerkt. Ik moest heel stil zijn en me zacht bewegen anders zou ze me vast verscheuren en bij haar andere prooien gooien. Zou ik het durven? Zou ik het durven mij in het vizier van het monster wagen? Wetend dat dit mijn laatste kans zou zijn bewoog ik heel stil mijn hand richting datgene wat het licht in mijn ogen zou kunnen doven. Nog een klein beetje verder, mijn hand trillend van de schrik probeerde ik tussen de poten van dat monster te komen en haar buik aan te raken. Ik herinnerde mij een fragment uit een boek dat ik ooit las, dat zelfs het griezeligste monster een zwakke plek heeft. Gek genoeg herinnerde ik zelfs tijdens dit bange moment de zwakke plek van dit moordlustig beest. Haar buik! Mijn hand raakte haar poot aan, ik kromp in elkaar, zou ze mijn arm in 1 ruk afbijten of zou ze me tergend traag laten creperen door mijn arm met kleine beten van mijn schouder te scheiden? Terwijl ik mezelf zo stil mogelijk probeerde te houden trok een vliegje heel even de aandacht van het monster en kon ik profiteren om met mijn vlakke hand haar buik aan te raken. Gelukt! Zo mak als een lammetje werd het beest! Haar ogen gingen half toe, haar oortjes gingen van moordstand naar ik-hou-van-je-stand.
En zo werd de wolf terug een lief hondje.
*Dit verhaal is fictie, geen beesten noch mensen werden hier voor pijn gedaan.
Geweldig!!! :-)
BeantwoordenVerwijderenfijn!!! (dat ze terug een hondje mag zijn!!)
BeantwoordenVerwijderen